ANALYSE – Vandaag de dag gebruikt vrijwel iedereen WhatsApp. Maar hoe zit het nu als een werkgever en werknemer via WhatsApp onderhandelen over beëindiging van een arbeidsovereenkomst?

Kan een werknemer akkoord geven via een WhatsApp-bericht en wat is de juridische status van zo’n appje?

Onlangs deed zich de volgende situatie voor. Een werknemer was al sinds 1981 in dienst als private banker. In de jaren 2012 en 2015 hebben er verkennende gesprekken plaatsgevonden over een eventuele beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst. Uiteindelijk stemde de werknemer niet in met het toenmalige voorstel van de financiële instelling waar hij in dienst was. Hij bleef daar werken.

Vervroegd pensioen, compensatie AOW

Begin 2018 onderhandelt de werknemer opnieuw over beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De bank heeft de werknemer een regeling voor een tijdelijk ouderdomspensioen aangeboden, waarbij de werknemer met vervroegd pensioen zou gaan en een compensatie zou ontvangen voor de niet ontvangen AOW-uitkering.

Het uitgangspunt van het eerste voorstel was een einde van het dienstverband per 1 juni 2018 en een financiële compensatie. De werknemer ging niet akkoord met dit voorstel, waarna de bank een aangepast voorstel heeft gedaan.

Het aangepaste voorstel is neergelegd in een concept vaststellingsovereenkomst, waarbij de arbeidsovereenkomst per 1 januari 2019 zou worden beëindigd en de werknemer een vergoeding zou ontvangen.

WhatsApp: akkoord vaststellingsovereenkomst

De werknemer heeft dit voorstel vervolgens besproken met zijn regiodirecteur, waarna hij op 12 mei het volgende WhatsApp-bericht aan zijn direct leidinggevende verzond: “Goedemorgen, ik heb (…) aan de lijn gehad. En afgesproken dat ik het laatste voorstel accepteer. Vandaag nog even contact?”

De bank heeft de definitieve vaststellingsovereenkomst ondertekend en aan de werknemer verzonden met het verzoek deze ook te ondertekenen. De werknemer ondertekent die overeenkomst niet en stuurt deze ook niet terug aan de werkgever. De werknemer bevestigt op 15 juni wel nogmaals per WhatsApp dat hij op 12 mei telefonisch akkoord had gegeven.

Uiteindelijk krabbelt de werknemer terug. Hij is van mening dat hij nooit definitief akkoord is gegaan met beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst en start een procedure tegen zijn werkgever.

De werknemer verzoekt via zijn advocaat vernietiging van de opzegging van zijn arbeidsovereenkomst en wil weer aan het werk. De bank verweert zich en stelt dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

De vraag is dan ook of dit inderdaad zo is en of de vaststellingsovereenkomst (vervolgens) schriftelijk is aangegaan.

Juridische waarde van WhatsApp-bericht

De kantonrechter oordeelt dat de werkgever erop mocht vertrouwen dat de werknemer met zijn telefoongesprek medio 2018, in combinatie met zijn WhatsApp-bericht, akkoord was met de vaststellingsovereenkomst. Er mag vanuit worden gegaan dat de werknemer het initiatief nam voor het verzenden van zijn eigen WhatsApp-bericht, omdat het tegendeel nergens uit blijkt.

Het mag dan wel zo zijn dat WhatsApp een vluchtig medium is, maar het is niet gebleken dat de werknemer op het moment van verzenden van het appje onder (tijds)druk stond.

De kantonrechter is dan ook van mening dat de werknemer een bewuste en weloverwogen keuze maakte toen hij aan zijn direct leidinggevende kenbaar maakte akkoord te gaan met het laatste voorstel. Met andere woorden: daarmee is sprake van een ondubbelzinnige instemming met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

Hoe zit het met de schriftelijkheid?

Volgens de werknemer is pas aan het schriftelijkheidsvereiste voldaan als de vaststellingsovereenkomst door beide partijen is ondertekend, maar de kantonrechter wijst dit argument af.

De werknemer heeft een concept vaststellingsovereenkomst ontvangen waarover hij heeft kunnen nadenken tijdens zijn vakantie. Daarmee wordt aan de waarborgfunctie van een schriftelijke vaststellingsovereenkomst voldaan.

Daarnaast heeft de werknemer via een WhatsApp-bericht laten weten akkoord te gaan met de vaststellingsovereenkomst en dit enkele weken later nogmaals bevestigd. Daarmee is ook aan de rechtszekerheidsfunctie van het schriftelijkheidsvereiste voldaan.

Kortom: een relatief makkelijk te verzenden WhatsApp-bericht kan bindende gevolgen hebben voor de acceptatie van een vertrekregeling.

Manon van den Brand is werkzaam bij AMS Advocaten en gespecialiseerd in het arbeidsrecht. Zij adviseert en procedeert over alle facetten van het arbeidsrecht. Daarnaast heeft zij een brede kennis van het contracten- en verbintenissenrecht.